maandag 1 augustus 2011

Zaterdag                    30 Juli  2011
Dag 10
Rapallo                     ®        Pisa

Afstand:                   153 km                  

Gem Snelheid:       24 km/h
Hoogtemeters:       1095 m
Gereden van:          8.41 tot 17.45







De zomer was weer van de partij: we geraken er stilaan aan gewoon. De rit begon met wat goed doenbaar klimwerk, gevolgd door een lange afdaling naar de kust, een vlak stuk langs de zandstranden, de langverwachte en sterk gehypete passage door “het bos” en de intrede in het historische Pisa.
Tijdens de eerste klimmende meters zag Jos supporterende nonnetjes die hij nog herkende van Vezelay en Santiago de Compostela.
Er stond één officiële klim op het programma: de passo del Bracco, in vakjargon een “loper” genoemd, van een 14-tal kilometer. Iemand zag tijdens de kim muizen (als de poes van huis is, dansen de muizen). Op de eerste drankstop lag een durexhandleiding (toeval tijdens deze “bosrit”?).
Iets voorbij de top werden we weer culinair verwend. Na een lange afdaling kwamen we na goed 100 km en een tweede grote bevoorrading (de buikjes worden heel goed gevuld tijdens deze reis), kwamen we langs de kust. In gestrekte draf reden we 25 km langs de kustlijn, waar we af en toe opgehouden werden door rode (verkeers)lichtjes en het uitzicht regelmatig mooi was.. In Viareggio (volgens sommigen de stad van het “blauwe pilletje”) hielden we een drankstop op een parking. Even later werden we kilometers lang gevolgd door een voorbarige corbillard (iedereen is nog springlevend).
In de aanloop naar “het bos” kregen we drie lekke banden te verwerken (o.a. het Damoclespaard van Yves steigerde) en stonden we bijna een kwartier geblokkeerd voor een spoorweg, wachtend op de trein der traagheid.
We stormden richting “bos”. Rik en Yves legden een verschroeiend tempo op (de tellers toonden regelmatig 38 km per uur). Waren de onvermoeibare koprijders bang dat er iemand een vlugge stop zou riskeren bij de bosmadeliefjes langs de straatkant in “het bos”?
Het bos bleek echter (bijna) leeg. Dus geen hoogtepunt.
Bij het binnenrijden van Pisa stonden Japanse fotografen ons op te wachten. Bij het hotel werden we vergast op een vluggertje met champagne. De receptioniste toonde een groot inzicht in de kunst van het uitdelen van de kamersleutels; Benny maakte een slippertje (in de douche, maar zonder erg).
Daniel beleefde vandaag een persoonlijke emotionele herinnering aan een Italiëreis tien jaar geleden.
’s Avonds hadden we anderhalf uur de tijd om in de stad te flaneren en de toren met de Dom te bezichtigen. Ter informatie: hij staat nog steeds schuin. De Govakadelegatie kreeg hem niet recht.
Het avondeten werd een oefening in onthaasting. We konden genieten van een viergangenmenu op een buitenterras (jaja, ’t is zomer), dat leek op een rieten boot, omzoomd met rode lichtjes. Fons en Jaak waren een tijdje vermist, maar kwamen toch nog goed terecht. Waren ze de bosjes ingedoken of hadden ze iets interessants ontdekt in de nauwe steegjes van Pisa?
Op het einde van de maaltijd hief Marcel ten derde male het droeve zeemanslied aan.
Op een zeemansgraf staan geen witte rozen
Op een zeemansgraf staat nooit een houten kruis
Want een zeemansgraf ligt mijlendiep bedolven
Want een zeemansgraf ligt mijlenver van huis
Benidorm Bastards Jos en Jan gaven een vrolijke zeesmartlap ten beste.

Geschreven door Nico











Geen opmerkingen:

Een reactie posten